Tijdschrift voor landschapsonderzoek

2024-3 Redactioneel

Nationale Parken

In 1872 werd in de Verenigde Staten het Yellowstone National Park opgericht. Het was bedoeld als ‘plezierterrein voor het welzijn en genot van de mensen’. De jacht op roofdieren werd door het leger, dat het park beheerde, voortvarend opgepakt vanuit de filosofie: we beschermen het landschap, maar we willen geen last hebben van roofdieren. Resultaat was dat in de jaren twintig de wolf bijna was uitgeroeid. In de jaren negentig werd de wolf opnieuw geïntroduceerd, met een enorm positief effect op de biodiversiteit.

De geschiedenis van Yellowstone, maar ook van andere nationale parken in de Verenigde Staten, laat zien dat er weliswaar een voortdurende spanning is tussen recreatieve (in vele vormen) en ecologische doelen, maar dat het park zelf niet te discussie staat. De betekenis van het gebied is zo groot dat het een kracht op zich is geworden. Dit gaat nog verder, nationale parken zijn verbonden met de Amerikaanse identiteit, wat die ook mag zijn. Het boek ‘National Parks, an American Idea’ spreekt van een “deep, almost sacred relationshop with the land”.

De Nederlandse nationale parken geven een heel ander beeld (los van de vraag of dit beter of slechter is). In Nederland weten we niet zo goed wat we met nationale parken moeten. Er is een continue discussie over de keuze, omvang, begrenzing, verantwoordelijkheden en financiering. Dit themanummer opent daarom met een terugblik op en een analyse van het beleid voor nationale parken. Maar ook al zijn er altijd veel (beleids)discussies geweest over nationale parken, toch komen gebieden zoals de Wadden, de Veluwe of de Duinen altijd weer terug in de voorstellen. Dit is een opvallende constante. Deze gebieden scheppen blijkbaar hun eigen betekenis. Daarbij is niet alleen de nationale betekenis belangrijk, maar ook de inbedding in de omliggende regio. Wat dragen de parken daaraan bij? De vraag in hoeverre nationale parken zijn ingebed in regio’s wordt onderzocht in het tweede artikel van dit themanummer.

Goed beleid staat en valt met de visie erachter. In het essay dat als derde artikel is opgenomen wordt gepleit voor het inzetten van Nationale Parken voor het bredere doel van een natuurinclusieve samenleving, met andersoortige natuurdoelen en een andere vorm van governance. Nog een stapje verder gaat het idee dat ook steden zich als nationaal park manifesteren. Zeker nu steeds duidelijker wordt dat ook steden bronnen van biodiversiteit zijn. Het gaat dan niet over stadsparken, maar over parksteden. Het vierde artikel van dit themanummer gaat over de waarde hiervan in het algemeen en vergelijkt de plannen hiervoor in London, Adelaide en Rotterdam.

Ik hoop dat dit nummer bijdraagt aan een duidelijke, blijvende rol van nationale parken in het omgevingsbeleid.

WIM DE HAAS, HOOFDREDACTEUR