Tijdschrift voor landschapsonderzoek

2024-3 Recensie

Beleidsprogramma en Beleidsregel Nationale Parken

Geïnitieerd in 2013 door een motie van de Tweede Kamer is er de afgelopen jaren veel te doen geweest rond de doelstellingen en het beleid voor nationale parken. De uitkomst van die discussies heeft nu beslag gekregen in een beleidsprogramma en een beleidsregel voor nationale parken.

Het Beleidsprogramma Nationale Parken (2024-2030) stelt ambities en doelen vast voor nationale parken in Nederland, voor zowel de bestaande als de nieuwe. Deze richten zich enerzijds op het versterken van de natuur in het nationaal park door te komen tot veerkrachtige natuurgebieden met een hoge biodiversiteit. Maar anderzijds ook op het versterken van de band die mensen – en de samenleving als geheel – ervaren met de natuur in het park. Ook is er aandacht voor het versterken van de eigen gebiedsidentiteit van het nationaal park, zowel wat betreft de unieke natuur die daarin voorkomt maar ook wat betreft de unieke aanwezige landschappelijke en cultuurhistorische waarden. Een overkoepelende doelstelling is om de herkenbaarheid en eenheid van de gezamenlijke nationale parken te vergroten.

Bij nadere beschouwing wordt in het beleidsprogramma het begrip nationaal park afwisselend gebruikt in twee betekenissen, ‘als gebied’ en ‘als netwerkorganisatie’, zonder dat dit expliciet benoemd wordt. De geformuleerde doelen hebben betrekking op beide betekenissen. Het nationaal park ‘als gebied’ moet zich ontwikkelen naar “robuustere natuur- en landschapsgebieden met stevige natuurkernen”. Het nationaal park ‘als netwerkorganisatie’ moet ervoor zorgen dat “de regionale gemeenschap zich identificeert met het gebied, er trots op is en het in stand wil houden en versterken”.

De wettelijke eisen voor aanwijzing tot nationaal park zijn vastgelegd in de Beleidsregel aanwijzing Nationale Parken 2024–2030. Daarin wordt allereerst gesteld dat: “De minister wijst … een gebied uitsluitend als nationaal park aan, als … het gebied ten minste één aaneengesloten natuurkern bevat van minimaal 1.000 hectare die behoort tot Natura 2000-gebied of onderdeel is van het Natuurnetwerk Nederland, ingebed in het daarmee samenhangende landschapsecologische- en cultuurhistorische systeem”. Vervolgens worden de kwaliteitseisen uitgewerkt die gesteld worden aan de natuurwaarden en de landschappelijke en cultuurhistorisch waarden van het gebied en worden er eisen gesteld aan de bescherming van deze waarden.

Wat opvalt is dat waar in het beleidsprogramma ruimschoots aandacht wordt besteedt aan het nationaal park ‘als gebied’ én ‘als netwerkorganisatie’, dit niet is terug te vinden in de beleidsregel. De daarin genoemde criteria hebben enkel betrekking op de ruimtelijke samenhang, kwaliteit en bescherming van het nationaal park, dat wil zeggen het nationaal park ‘als gebied’. Willen de doelen in het beleidsprogramma voor beide betekenissen van het begrip nationaal park gehaald worden, dan lijkt het van belang ook de organisatorische samenhang van het nationaal park in de vorm van betrokkenheid, inzet en draagvlak te borgen. Met voldoende ‘ruimte voor betrokkenheid’ van partners kunnen nationale parken in de geest van het beleidsprogramma fungeren als vliegwiel voor gebiedsontwikkelingen die leiden tot een rijke natuur die meer verbonden is met samenleving en economie, en tot gastvrije parken met een sterke gebiedsidentiteit.

WOLF MOOIJ

 

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2023). Beleidsprogramma Nationale Parken 20242030. Op weg naar veerkrachtige, beleefbare nationale parken. 60 pagina’s.

Rijksoverheid (2024). Beleidsregel aanwijzing Nationale Parken 2024–2030. https://wetten.overheid.nl/ BWBR0049721/20240523