Tijdschrift voor landschapsonderzoek

2024-4 Boek

Fred Kistenkas (2023). Recht voor natuur. Beleid en recht als contrapunt. Noordboek, 128 pagina’s, € 19,-. ISBN 978 94 6471 1639.

Recht voor natuur

‘Recht voor natuur’ is een bundel van enkele van de honderd columns die Fred Kistenkas schreef voor Vakblad Natuur Bos en Land- schap. Kistenkas rondt hiermee veertig jaar academische arbeid af bij de Universiteit van Amsterdam en Wageningen Universiteit.

Als jurist gespecialiseerd in omgevingsrecht hamert Kistenkas op het recht als autonome derde macht in de trias politica. Op bijna iedere pagina betreurt hij de verwatering van dit recht tot beleid. Dit is het centrale thema van de bun- del, wat wordt benadrukt door de ondertitel: Beleid en recht als contrapunt.

Met beleid staat in juridische zin niets vast, het is ‘stromend water’ voor de rechtbank. Recht daarentegen moet verankerd zijn in wetgeving. Als treffend voorbeeld noemt hij alle beleid rondom exoten: ondanks Europese verordenin- gen ontbreekt een wettelijke basis in Nederland, wat resulteert in wat hij omschrijft als ‘juridisch geknoei’. Hij stelt vast dat de rechtspositie van natuur in de Omgevingswet is verzwakt. Het eerdere beschermende ‘nee, tenzij’-principe is ingeruild voor het meer vrijblijvende ‘ja, mits’, waarmee zachte waarden als natuur en milieu structureel op achterstand worden gezet.

Hoewel de columns zeer lezenswaardig zijn, mist de bundel de samenhang van een diep- gravend betoog. De structuur – een reeks los- se columns verbonden door een algemene introductie – doet in zekere zin denken aan de Omgevingswet die Kistenkas bekritiseert: losse elementen die niet vanzelf een coherent geheel vormen. In de introductie, toepasselijk getiteld Contrapunt, lees ik: “Beleidsdocumenten spie- gelen ons dan een ideaalbeeld voor dat rechtens niet haalbaar is.” (Herkent u iets?) Die strategie irriteert Kistenkas terecht: beleid en recht zou- den elkaar moeten versterken en een ‘contra- puntisch geheel’ moeten vormen. Helaas blijft deze wens grotendeels impliciet; de bundel biedt geen systematische analyse of duidelijke handvatten om dit in de praktijk te bereiken. Het boek roept ook vragen op. Bijvoorbeeld: biedt de wet zelf niet voldoende aanknopings- punten voor een steviger juridisch verweer? De doelstellingen van de Omgevingswet zijn ambitieus, welhaast geformuleerd als ‘natuurwet’, met expliciete aandacht voor de intrinsieke waarde van natuur.1) Is het niet mogelijk om deze principes in de rechtszaal sterker te benutten? Het lijkt mij dat een jurist met deze zin wel tegenwicht kan bieden aan een te soepel toegepast ‘ja, mits’. Dergelijke nuances worden in de columns niet uitgewerkt.

Als ‘omgevingsplanoloog’ deel ik Kistenkas’ kritiek op de Omgevingswet. Het gebrek aan integratie en afweging tussen verschillende belangen blijft problematisch. Negatieve effecten worden per thema beoordeeld – wat leidt tot een technocratische benadering zonder oog voor bredere maatschappelijke of ecologische samenhang. Dit werd pijnlijk zichtbaar bij het datacenter in Zeewolde: alle vinkjes waren gezet, er waren geen formele belemmeringen, maar toch bleek het een slecht plan. De wet lijkt plannen te reduceren tot een stapel rapporten, zonder ruimte voor sociale of ecologische verbinding.

Kistenkas weet te prikkelen en bewustzijn te creëren. Toch had ik zijn bundel graag aan- gevuld gezien met wat meer beschouwing. Waar kan het recht houvast bieden; waar kan beleid ons in beweging brengen ‘ter vervulling van maatschappelijke behoeften’?1) Ondanks het ontbreken van deze diepgang blijft Recht voor natuur een waardevolle oproep om natuur weer een stevige juridische basis te geven.

HELMER WIERINGA